NEDERLANDS TSJECHISCH WOORDENBOEKJE

Transkript

1 More conversations on Arabic, Armenian, Azerbaijani, Balinese, Belorussia, Chinese, Croatian, Czech, English, Esperanto, Farsi, Finnish, French, Galician, German, Greek, Hebrew, Hindi, Indonesian, Italian, Japanese, Katalan, Korean, Latin, Liuthanian, Latvian, Lingala, Magyar, Mongolian, Netherlands, Norwegian, Polish, Portuguese, Rumanian, Russian, Serbian, Slowak, Slovenian, Sorbian, Spanish, Swedish, Tajik, Turkish, Vietnamese Het deel Nederlands - Nizozemská část: Andrea Plačková, Lucie Šimáková NEDERLANDS TSJECHISCH WOORDENBOEKJE Published by Language school : Mgr. Dana Čepková Revoluční 8 Praha 1 Czech Republic We teach 34 languages from Arabic to Vietnamese Jiří Čepek UNSALEABLE only for non-commercial use TALENSCHOOL - JAZYKOVÁ ŠKOLA DANA ČEPKOVÁ REVOLUČNÍ 8 PRAHA 1

2 Goedendag. Mijn naam is en ik kom uit Tsjechische Republiek (Tsjechië) Spreekt u Tsjechisch ( Frans, Engels, Duits, Spaans, Italiaans, Portugees, Zweeds, Noors, Chinees...)? Dobrý den. Jmenuji se... A jsem z České Republiky. Mluvíte česky? (francouzsky, anglicky, německy, španělsky, italsky, portugalsky, švédsky, norsky, čínsky...) Ik versta u niet, ik spreek geen Nederlands (Frans, Engels). Nerozumím Vám, nemluvím česky, francouzsky, anglicky,... Kunt u dat herhalen, alsjeblieft? Můžete to zopakovat, prosím. Wilt u langzamer spreken? Můžete mluvit pomaleji? Wilt u dat spellen? Hláskujte prosím. Ik versta goed. Rozumím dobře. Goedemorgen / Goededag / Dobré ráno / Dobrý den / Dobrý večer Goedenavond Dag. Ahoj Welkom! Vítáme Vás! Aangenaam. Těší mě. Leuk dat ik u ontmoet. Těší mě, že Vás poznávám Dit is mijn vriend - vriendin. To je můj přítel - má přítelkyně... Kan ik u meneer./mevrouw...voorstellen. Dovolte, abych Vám představil paní / pana... Hoe gaat het met u? / Goed, Jak se máte? / Velmi dobře, děkuji. bedankt. Tot ziens. / Welterusten / Tot straks. Na shledanou / Dobrou noc / Ahoj Goede reis! Šťastnou cestu ja / nee ano / ne Goed / ik ben er mee eens dobře / souhlasím natuurlijk jistě / samozřejmě ik ben er niet mee eens nesouhlasím helaas niet bohužel ne Alsjeblieft Prosím ( o něco ) Graag gedaan. Prosím ( v poděkování nebo v odpovědi na žádost) Dank je (u) / Hartelijk bedankt Děkuji! / Mockrát děkuji pane (paní). (Bedankt) Nee, dank je (u). Ne, děkuji. Graag gedaan. Není zač. Pardon (Neemt u mij niet kwalijk) Promiňte! / Omluvte mě. Ik wil/wou Chtěl bych... Pardon Dovolte 2 KONINKRIJK DER NEDERLANDEN 11

3 ČESKÁ REPUBLIKA Uw paspoort, alstublieft. Váš pas prosím. voornaam / achternaam jméno / příjmení toestand / ongehuwd (vrij) - nietgetrouwd / getrouwd / gescheiden stav / svobodný(á) / ženatý (vdaná ) / rozvedený-á vaste woonplaats trvalé bydliště beroep povolání nationaliteit státní příslušnost handtekening podpis land / staat / grens / eiland země / stát / hranice / ostrov Opschrift Nápisy Gevaar Nebezpečí Pas op! Pozor Pas op! Een boze hond! Pozor zlý pes Verbod / verboden Zákaz Ingang / Uitgang Vchod / Východ Nooduitgang Nouzový východ Toegang gratis Vstup volný Toegang verboden Vstup zakázán Trekken / Duwen Táhnout / Tlačit rechts / links vpravo / vlevo Open / Gesloten (Dicht) Otevřeno / Zavřeno Vrij / Bezet Volno / Obsazeno WC / toiletten WC / toalety dames / vrouwen dámy / ženy heren / mannen páni / muži Telefoon Telefon Loket (Kassa) Pokladna Politie Policie rokers / niet-rokers kuřáci / nekuřáci Roken verboden Kouření zakázáno Inlichting Inlichtigsbureau (Informatie-bureau) Informace informační kancelář Reisbureau Turistická / Cestovní kancelář Bank / Wisselkantoor / Post(kantoor) Banka / Směnárna / Pošta Museum / Schouwburg / Bioscoop Muzeum / Divadlo / Kino 10 3

4 Tijd minuut / uur / dag week / maand / jaar maandag / dinsdag / woensdag donderdag / vrijdag / zaterdag zondag gisteren / vandaag / morgen morgen (ochtend) / voormiddag middag / namiddag avond / nacht januari / februari / maart april / mei / juni juli / augustus / september oktober / november / december Hoe laat is het? Telwoorden 0 nul / 1 een 2 twee / 3 drie / 4 vier 5 vijf / 6 zes / 7 zeven 8 acht / 9 negen / 10 tien 11 elf / 12 twaalf 13 dertien / 14 veertien 15 vijftien / 16 zestien 17 zeventien / 18 achttien 19 negentien 20 twintig / 21 eenentwintig 22 tweeentwintig 30 dertig / 40 veertig 50 vijftig / 60 zestig 70 zeventig / 80 tachtig 90 negentig 100 honderd 200 tweehonderd / 300 driehonderd 400 vierhonderd 1000 duizend / 2000 tweeduizend 3000 drieduizend Čas minuta / hodina / den týden / měsíc / rok pondělí / úterý / středa čtvrtek / pátek / sobota neděle včera / dnes / zítra ráno / dopoledne poledne / odpoledne večer / noc leden / únor / březen duben / květen / červen červenec / srpen / září říjen / listopad / prosinec Kolik je hodin? Číslovky 0 nula / 1 jeden, jedna, jedno 2 dvě / 3 tři / 4 čtyři 5 pět / 6 šest / 7 sedm 8 osm / 9 devět / 10 deset 11 jedenáct / 12 dvanáct 13 třináct 14 čtrnáct 15 patnáct / 16 šestnáct 17 sedmnáct / 18 osmnáct 19 devatenáct 20 dvacet / 21 dvacet jedna 22 dvacetdva 30 třicet / 40 čtyřicet 50 padesát / 60 šedesát 70 sedmdesát / 80 osmdesát 90 devadesát 100 jedno sto (sto) / 101 sto jedna 200 dvě stě / 300 tři sta 400 čtyřis sta 1000 tisíc / 2000 dva tisíce 3000 tři tisíce Pronunciation Czech a like u in cup but clearer auto á a lengthened as in mama láska b same as in English bobr c ts as in it s cibule ch ch as in Czech chlapec č cz as in Czech Čech d same as in English dvůr d dy as in duty Maďarsko e as in set element é e lengthened:like the a in care lépe ě y before e; when after m an n is inserted before e něco f f/ph same as in English fotografie g as in gear gorila h as in ham Havaj ch kh chlapec i i as in pit; same as y ikona í i lengthened as in meet; same as ý mít j y as in yes jablko k same as in English kokos l same as in English list m same as in English maminka n same as in English nos ň ny as in new žízeň o o as in lost okolo ó o lengthened as in lawn or call bonbón p same as in English pusa q rare letter found only in borrowed words Qatar r as in drum rarášek ř pronounced sort of like an r with ž řeka s same as in English sníh š sh as in shel šaty t same as in English tatínek ť ty as in Tuesday chuť u as in put ucho ů oo u lengthened; as in school vůně ú same as ů; usually used only at the úplněk beginning of a word v same as in English večer w same as in English whisky x rare letter found only in foreign words xylofon y i same as i nyní ý í y lengthened výhra z same as in English zima ž s as in pleasure žába 4 9

5 waar / waarheen kde / kam hier / daar (heen) zde / tam wie / wat kdo / co welk / hoe (zoals) který / jak hoeveel / wanneer kolik / kdy nooit / soms (af en toe) nikdy / někdy ik / jij - je / hij - zij - het já / ty / on - ona - ono wij - we / jullie - u / zij - ze my / vy / oni ik ben / jij (u) bent / hij is já jsem / ty jsi / on (ona - ono) je wij zijn / jullie zijn / zij zijn my jsme / vy jste / oni jsou ik heb / jij (u) hebt / hij heeft já mám / ty máš / on (ona) má wij hebben / jullie hebben / zij hebben my máme / vy máte / oni mají Kleur Barva zwart / wit černá / bílá blauw / rood modrá / červená geel / groen žlutá / zelená Ik vind je leuk Líbíte se mi. Ik hou van jou / Ik zie je graag (vlám.) Miluji Vás hond / kat (poes) pes / kočka Hond blaft blaf blaf. Pes štěká haf haf Kat miauwt miauw miauw. Kočka mňouká mňau mňau Iene miene mutten, tien pond grutten, tien pond kaas, Iene miene mutten is de baas! Jazykolam Strč prst sktz krk. Naolejuje-li Julie koleje, či nenaolejuje-li Julie koleje. Dětská říkanka Had leze z díry, vystrkuje kníry. Bába se ho lekla, na kolena klekla. Nic se bábo nelekej, na kolena neklekej. Reizen Cestování vliegtuig / trein / bus auto / motorfiets (brommer)/ fiets schip / te voet / metro / tram letadlo / vlak / autobus auto / motocykl / kolo loď / pěšky / metro / tramvaj Waar is, alstublieft. Kde je, prosím. Hoe kom ik naar, alstublieft? Jak se dostanu na...prosím? Hoe ver is het naar Jak daleko je do... Waar is hier het station / het busstation / het vliegveld Kde je nádraží / autobusové nádraží / letiště. Loket (Kassa) Pokladna Dienstregeling (Spoorboekje) Jízdní řád Vertrek Odjezdy / Odlety Aankomst Příjezdy / Přílety vliegticket / reisbiljet letenka / jízdenka korting (studentenkaart) sleva pro mladé (studenty) Perron / spoor Nástupiště / kolej Bagagedepot Úschovna zavazadel výdej zavazadel Ik wil graag een ticket naar. Prosím jízdenku (letenku) do... Hoe laat vertrekt de bus / het vliegtuig naar? Kdy odjíždí vlak (autobus, letadlo) do... Het vliegtuig / de trein heeft Letadlo - vlak má zpoždění. verdraging Hoe laat komen we in. aan? Kdy přijedeme do...? Wat kost een kaartje naar? Kolik stojí jízdenka do... Eerste / tweede klas 1.(první) / 2.(druhá) třída toeslag / reservering příplatek / místenka de trein gaat van / tot vlak jezdí od / do couchettes / slaapwagen lehátkový / lůžkový vagón Waar is hier een benzinepomp / Kde je benzinová pumpa? benzinestation? benzine / diesel - vol benzín, nafta - plnou nádrž De auto heeft een defect. Waar is hier een service-station, alstublieft? Auto má poruchu. Kde je autoservis, prosím Vás? Taxi Taxi Ik wil graag een auto huren voor een Chtěl bych si půjčit auto na 1 den dag. (week) ( týden) stad / dorp / straat / plein Město / vesnice / ulice / náměstí kapel / kerk / dom (kathedraal) moskee / klooster / tempel kaple / kostel / chrám mešita / svatyně Burcht / kasteel Hrad / zámek 8 5

6 Accommodatie Ubytování hotel / pension / camping hotel / penzion / kemp herberg Ubytovna Receptie / balie Recepce Hoeveel kost een kamer voor een nacht? Voor twee nachten? Kolik stojí pokoj na noc? Kolik stojí pokoj na 2 noci? Heeft u een eenpersoonskamer (tweepersoonskamer)? Máte jednolůžkový (dvoulůžkový) pokoj? Kunt u de rekening voor me Připravte mi účet. klaarmaken. Bed and breakfast Ubytování se snídaní Volle pension / half pension Plná penze / polopenze Waar is het postkantoor / de bank / Kde je pošta / banka / směnárna. het wisselkantoor. brief / kaartje / pakje dopis / pohlednice / balík postzegel poštovní známka Ik wil kaartjes naar sturen. Chtěl bych poslat podlednici do... adres Adresa Kan ik tsjechische kronen (euro, dollars) bij u wisselen. Mohu u Vás vyměnit české koruny (eura / am. dolary)? Kan ik met credietkaart betalen? Mohu platit platební kartou? Internet café Internetová kavárna Mag ik een sturen? Mohl bych poslat ? Restaurant / kroeg / café Restaurace / hospoda / kavárna Zullen we koffie gaan drinken. Pojďme na kávu. Koffie, alstublieft. Kávu, prosím. Ik heb honger / dorst. Mám hlad. (žízeň) Mám hlad jako vlk a žízeň jako trám. Wij willen lunchen. (avondeten, ontbijten) Chtěli bychom obědvat ( večeřet, snídat) Menukaart Jídelní lístek. Voorgerecht / soep / hoofdgerecht --- / gebakje (toetje) / ijsje Předkrmy / polévky / hlavní jídla přílohy / zákusky / zmrzlina mineraalwater / bier / wijn koffie / thee minerální voda / pivo / víno káva / čaj. drinkwater pitná voda Eet smakelijk. Dobrou chuť. Proost! Na zdraví! (meneer) Ober, ik wil betalen! Pane vrchní, platím! Winkel / winkelcentrum Obchod / Obchodní dům levensmiddelen potraviny Bakerij (de baker) Pekařství fruit / groente ovoce / zelenina Slagerij (de slager) Řeznictví Banketwinkel Cukrárna markt - marktplaats trh - tržiště Wat kost dat? Kolik to stojí? Hoeveel kost een kilo? Kolik stojí kilo...? Dat is te duur. / Dat is goedkoop. To je příliš drahé. / To je levné Ik wil graag kopen. Chtěl bych koupit.. korting sleva eten (gerecht) Jídlo vlees (varkenvlees - rundvlees - kippenvlees - schapenvlees / maso (vepřové - hovězí - drůbeží skopové) ramvlees) vis Ryby melk / kaas / boter / eieren mléko / sýry / máslo / vejce brood / gebak chléb / pečivo appel / peer / perzik druiven / sinaasappel / bananen jablko / hruška / broskev víno / pomeranč / banány aardappelen / rijst brambory / rýže Ziekenhuis Nemocnice Dokter Lékař Apotheek Lékárna Ik ben ziek. Jsem nemocný Ik heb hoge koorts. Mám vysokou horečku. Ik heb mijn hand / been gebroken. Zlomil jsem si ruku / nohu. Ik heb hoofdpijn. Bolí mě hlava Kleed u zich uit. Svlékněte se 6 7